Proberen te overleven in de autosector

Toeleveranciers aan de auto-industrie doen er goed aan om niet af te wachten of de crisis misschien toch meevalt. Ze moeten onmiddellijk maatregelen nemen en misschien zelfs op zoek naar mogelijke overnameprooien.

Dat concludeert strategisch adviesbureau Roland Berger op basis van een studie naar autotoeleveranciers wereldwijd. "De vraag is de komende twee jaar even niet wie er het meeste verdient, maar wie er blijft leven."

"Het onderzoek rekent vrij grondig af met de mythe dat het in leveranciersland eind 2010 wel weer beter zal gaan", stelt René Seyger, partner bij Roland Berger. "Een glazen bol hebben we niet, maar volgens de studie zullen de volumes pas in 2012 of 2013 weer op het niveau van 2007 zijn. Dat was een prima jaar."

Dat het momenteel slecht gaat wereldwijd, daar laat het onderzoek ook geen misverstand over bestaan. De omzetten bij de leveranciers van onder meer uitlaten, wielen, veren of schuifdaken liggen momenteel tussen de 20 en 40% lager dan vorig jaar. En dat terwijl de omzetten tot halverwege 2008 nog prima op peil bleven. "Het is echt oorlog. Er wordt her en der actie ondernomen om de concurrentie net dat kleine zetje te geven."

Het scheelt ook aan wie je levert. De verkopen van luxere wagens, vanaf de Audi A6 of BMW 5-serie, zijn vorig jaar wereldwijd met 19% ingeklapt. Maar Skoda en Suzuki zitten, met name met kleinere auto's, nog in de lift. "Als je aan General Motors of Ford levert, kon je twee jaar geleden al een donkere wolk aan zien komen. De prijs is overal in de auto-industrie het belangrijkste criterium, maar bij GM in extremo. Ze wisselen ook vrij makkelijk van leverancier."

In Nederland zitten ook nog steeds diverse toeleveranciers aan de auto-industrie, zoals versnellingsbakkenproducent VDT en uitlatenbouwer Bosal. Sommige van de Nederlandse bedrijven hebben wel werktijdverkorting aangevraagd, maar surséances zijn er niet geweest.

In Duitsland telde Roland Berger inmiddels twintig toeleveranciers die uitstel van betaling hebben aangevraagd. Dat zal in de tweede helft oplopen tot 100 à 150 als de autoverkopen niet aantrekken. En dat ziet Seyger voorlopig niet gebeuren. "De volumes voor de toeleveranciers zullen de komende maanden echt wel weer een beetje aantrekken, naar een niveau van iets boven de ergste dip", voorspelt hij. "De tussenvoorraden in de autoketen zijn namelijk op. En er worden nog steeds auto's gemaakt, dus die voorraden moeten aangevuld worden. Maar het zou een grote fout zijn om dat te verwarren met een structureel vraagherstel. Voordat dát gebeurt, moet de vraag naar auto's eerst flink aantrekken."

Volgens Seyger is het voor de toeleveranciers nu zaak om hun bedrijf zo snel mogelijk in te richten op een lager volumeniveau. Niet door met de kaasschaaf van boven naar beneden te gaan, maar door te bedenken hoeveel productie je wilt draaien en vervolgens te kijken wat je daarvoor nodig hebt. "In zo'n geval hoef je ook niet alle tijdelijke krachten eruit te gooien, zoals bij veel bedrijven de eerste gedachte is. Die flexwerkers kunnen nog erg handig zijn om kleine schommelingen in de vraag op te vangen."

Verder moeten toeleveranciers de portfolio opschonen en in kaart brengen of er geen interessante overnames mogelijk zijn. "Hoeveel bedrijven zijn er niet die een fabriek hebben staan waarbij 80% van de productie slechts voor één klant is? Stop daarmee. Dat geld kun je goed gebruiken. Als je nu zorgt dat je het op orde hebt, ben je straks de eerste die geld verdient."